Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En zij zeide: [42]Heb ik een zoon van mijn heer begeerd? Zeide ik niet: [43]Bedrieg mij niet? 42. Zij wil zeggen dat zij dien van Elisa niet begeerd had maar dat hij vanzelf haar dien beloofd had, en daarom nu met zijn gebeden behoorde te maken dat zij hem wederkrijgen mocht. 43. Anders, zeg mij geen geluk toe.